Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. thuisreis:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de thuisreis de neerlandés a francés

thuisreis:

thuisreis [de ~] sustantivo

  1. de thuisreis (terugkeer; terugreis)
    le voyage de retour; le retour; la rentrée

Translation Matrix for thuisreis:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
rentrée terugkeer; terugreis; thuisreis rentree; rentrees; retour; terugkeer; terugkeren; terugkomst; terugreis; terugreizen; thuiskomst
retour terugkeer; terugreis; thuisreis recidive; rentrees; retour; terugkeer; terugkeren; terugkomst; terugreis; terugval; terugweg; thuiskomst
voyage de retour terugkeer; terugreis; thuisreis

Palabras relacionadas con "thuisreis":

  • thuisreizen

Wiktionary: thuisreis

thuisreis
noun
  1. tour en sens contraire. — note Dans cette acception, il ne s’emploie guère qu’au pluriel et avec le mot tours.