Resumen
Neerlandés a francés: más información...
- transformeren:
-
Wiktionary:
- transformeren → transformer
Neerlandés
Traducciones detalladas de transformeren de neerlandés a francés
transformeren:
-
transformeren (omschakelen van stroom)
transformer; inverser le courant-
transformer verbo (transforme, transformes, transformons, transformez, transforment, transformais, transformait, transformions, transformiez, transformaient, transformai, transformas, transforma, transformâmes, transformâtes, transformèrent, transformerai, transformeras, transformera, transformerons, transformerez, transformeront)
-
inverser le courant verbo
-
-
transformeren
transformer-
transformer verbo (transforme, transformes, transformons, transformez, transforment, transformais, transformait, transformions, transformiez, transformaient, transformai, transformas, transforma, transformâmes, transformâtes, transformèrent, transformerai, transformeras, transformera, transformerons, transformerez, transformeront)
-
Conjugaciones de transformeren:
o.t.t.
- transformeer
- transformeert
- transformeert
- transformeren
- transformeren
- transformeren
o.v.t.
- transformeerde
- transformeerde
- transformeerde
- transformeerden
- transformeerden
- transformeerden
v.t.t.
- heb getransformeerd
- hebt getransformeerd
- heeft getransformeerd
- hebben getransformeerd
- hebben getransformeerd
- hebben getransformeerd
v.v.t.
- had getransformeerd
- had getransformeerd
- had getransformeerd
- hadden getransformeerd
- hadden getransformeerd
- hadden getransformeerd
o.t.t.t.
- zal transformeren
- zult transformeren
- zal transformeren
- zullen transformeren
- zullen transformeren
- zullen transformeren
o.v.t.t.
- zou transformeren
- zou transformeren
- zou transformeren
- zouden transformeren
- zouden transformeren
- zouden transformeren
en verder
- ben getransformeerd
- bent getransformeerd
- is getransformeerd
- zijn getransformeerd
- zijn getransformeerd
- zijn getransformeerd
diversen
- transformeer!
- transformeert!
- getransformeerd
- transformerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for transformeren:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
inverser le courant | omschakelen van stroom; transformeren | |
transformer | omschakelen van stroom; transformeren | afwisselen; amenderen; converteren; draaien; een andere vorm geven; herleiden; herscheppen; hervormen; herzien; kantelen; modificeren; ombouwen; omruilen; omvormen; omwerken; omwisselen; omzetten; reformeren; reorganiseren; rollen; ronddraaien; roteren; ruilen; terugvoeren; veranderen; verbouwen; vertimmeren; vervormen; verwerken; verwisselen; wentelen; wijzigen; wisselen; woorden verdraaien |
Wiktionary: transformeren
transformeren
verb
-
van gedaante doen veranderen
- transformeren → transformer