Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. uitzitten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitzitten de neerlandés a francés

uitzitten:

uitzitten verbo (zit uit, zat uit, zaten uit, uitgezeten)

  1. uitzitten

Conjugaciones de uitzitten:

o.t.t.
  1. zit uit
  2. zit uit
  3. zit uit
  4. zitten uit
  5. zitten uit
  6. zitten uit
o.v.t.
  1. zat uit
  2. zat uit
  3. zat uit
  4. zaten uit
  5. zaten uit
  6. zaten uit
v.t.t.
  1. heb uitgezeten
  2. hebt uitgezeten
  3. heeft uitgezeten
  4. hebben uitgezeten
  5. hebben uitgezeten
  6. hebben uitgezeten
v.v.t.
  1. had uitgezeten
  2. had uitgezeten
  3. had uitgezeten
  4. hadden uitgezeten
  5. hadden uitgezeten
  6. hadden uitgezeten
o.t.t.t.
  1. zal uitzitten
  2. zult uitzitten
  3. zal uitzitten
  4. zullen uitzitten
  5. zullen uitzitten
  6. zullen uitzitten
o.v.t.t.
  1. zou uitzitten
  2. zou uitzitten
  3. zou uitzitten
  4. zouden uitzitten
  5. zouden uitzitten
  6. zouden uitzitten
en verder
  1. ben uitgezeten
  2. bent uitgezeten
  3. is uitgezeten
  4. zijn uitgezeten
  5. zijn uitgezeten
  6. zijn uitgezeten
diversen
  1. zit uit!
  2. zit uit!
  3. uitgezeten
  4. uitzittend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

uitzitten [znw.] sustantivo

  1. uitzitten (afzitten)

Translation Matrix for uitzitten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fait de faire son temps afzitten; uitzitten
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
attendre la fin de uitzitten