Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
assurance
|
gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
|
assurantie; beslistheid; brutaliteit; impertinentie; onbeschaamdheid; onbeschoftheid; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid; verzekering; vrijmoedigheid; vrijpostigheid; zekerheid; zelfbewustheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
|
certitude
|
gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
|
beslistheid; realiteit; standvastigheid; stelligheid; vastberadenheid; werkelijkheid; wezenlijkheid; zekerheid; zelfvertrouwen; zelfverzekerdheid
|
fermeté
|
gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
|
beslistheid; betrouwbaarheid; dapperheid; degelijkheid; deugdelijkheid; fermheid; flinkheid; forsheid; hechtheid; koenheid; kordaatheid; kranigheid; moed; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onvermurwbaarheid; onversaagdheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; pertinentie; soliditeit; standvastigheid; stelligheid; stevigheid; vastberadenheid; vastheid
|
sûreté
|
gewisheid; stelligheid; vastheid; vastigheid; zekerheid
|
beslistheid; standvastigheid; vastberadenheid
|