Interglot - "vertrouwen" traducido de neerlandés a francés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a francés: más información...

vertrouwen:
- confidence; confiance; persuasion; conviction
- avoir confiance; se fier à
Wiktionary:
- vertrouwen → confiance, foi
- vertrouwen → confier
- vertrouwen → foi, confiance, faire confiance
User Contributed Translations for vertrouwen:
- faire confiance

Neerlandés

Traducciones detalladas de vertrouwen de neerlandés a francés

vertrouwen:

vertrouwen [het ~] sustantivo

het vertrouwen (fiducie; confidentie; geloof)
la confidence; la confiance; la persuasion; la conviction
- confidence [la ~] sustantivo
- confiance [la ~] sustantivo
- persuasion [la ~] sustantivo
- conviction [la ~] sustantivo
het vertrouwen
la confiance
- confiance [la ~] sustantivo

vertrouwen verbo (vertrouw, vertrouwt, vertrouwde, vertrouwden, vertrouwd)

vertrouwen
avoir confiance; se fier à
- avoir confiance verbo
- se fier à verbo

Conjugaciones de vertrouwen:

o.t.t.

vertrouw
vertrouwt
vertrouwt
vertrouwen
vertrouwen
vertrouwen

o.v.t.

vertrouwde
vertrouwde
vertrouwde
vertrouwden
vertrouwden
vertrouwden

v.t.t.

heb vertrouwd
hebt vertrouwd
heeft vertrouwd
hebben vertrouwd
hebben vertrouwd
hebben vertrouwd

v.v.t.

had vertrouwd
had vertrouwd
had vertrouwd
hadden vertrouwd
hadden vertrouwd
hadden vertrouwd

o.t.t.t.

zal vertrouwen
zult vertrouwen
zal vertrouwen
zullen vertrouwen
zullen vertrouwen
zullen vertrouwen

o.v.t.t.

zou vertrouwen
zou vertrouwen
zou vertrouwen
zouden vertrouwen
zouden vertrouwen
zouden vertrouwen

diversen

vertrouw!
vertrouwt!
vertrouwd
vertrouwend

1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vertrouwen:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
confiance	confidentie; fiducie; geloof; vertrouwen	gemoedsrust; gerustheid; overtuigdheid; overtuiging; rust; sereniteit
confidence	confidentie; fiducie; geloof; vertrouwen	gemoedsrust; gemoedsuiting; gerustheid; ontboezeming; rust; sereniteit
conviction	confidentie; fiducie; geloof; vertrouwen	denkbeeld; gezichtspunt; gezindheid; idee; interpretatie; inzicht; lezing; mening; oordeel; opinie; opvatting; overtuigdheid; overtuiging; standpunt; vaststaande mening; visie; zienswijze
persuasion	confidentie; fiducie; geloof; vertrouwen	meekrijgen; op de hand krijgen; overreding; overtuigdheid; overtuiging
Verb	Traducciones relacionadas	Other Translations
avoir confiance	vertrouwen
se fier à	vertrouwen

Definiciones relacionadas de "vertrouwen":

geloven dat hij eerlijk is¹
- ik vertrouw deze aannemer volkomen¹
het geloof dat je op iemand kunt rekenen¹
- ik heb wel vertrouwen in mijn vriend¹
op iets of iemand rekenen¹
- ze vertrouwt op haar gevoel¹

Wiktionary: vertrouwen

vertrouwen

noun

het geloof in betrouwbaarheid van een persoon
- vertrouwen → confiance

vertrouwen

noun

Sentiment de sécurité
- confiance → vertrouwen
Croyance aux vérités de la religion.
- foi → geloof; vertrouwen; fiducie

verb

Traductions à trier suivant le sens
- confier → vertrouwen; toevertrouwen; vertrouwen hebben in; ontboezemen

Cross Translation:

From	To	Via
• vertrouwen	→ foi	↔ faith — feeling that something is true
• vertrouwen	→ confiance	↔ trust — confidence in or reliance on some person or quality
• vertrouwen	→ faire confiance	↔ trust — To place confidence in
• vertrouwen	→ confiance	↔ Vertrauen — Überzeugung von der Richtigkeit bzw. Wahrheit einer Handlung oder eines anderen Menschen. In der Regel ein gegenseitiges Verhältnis der Zuverlässigkeit

User Translations:

Word	Translation	Votes
vertrouwen	faire confiance	5

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de vertrouwen

¹Muiswerk Woordenboek