Resumen
Neerlandés a francés:   más información...
  1. verzachtend:
  2. verzachten:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verzachtend de neerlandés a francés

verzachtend:


verzachten:

verzachten verbo (verzacht, verzachtte, verzachtten, verzacht)

  1. verzachten (vervriendelijken)
    adoucir; radoucir; atténuer; modérer
    • adoucir verbo (adoucis, adoucit, adoucissons, adoucissez, )
    • radoucir verbo (radoucis, radoucit, radoucissons, radoucissez, )
    • atténuer verbo (atténue, atténues, atténuons, atténuez, )
    • modérer verbo (modère, modères, modérons, modérez, )
  2. verzachten (lenigen; verlichten)
    adoucir; soulager; radoucir; modérer; atténuer
    • adoucir verbo (adoucis, adoucit, adoucissons, adoucissez, )
    • soulager verbo (soulage, soulages, soulageons, soulagez, )
    • radoucir verbo (radoucis, radoucit, radoucissons, radoucissez, )
    • modérer verbo (modère, modères, modérons, modérez, )
    • atténuer verbo (atténue, atténues, atténuons, atténuez, )

Conjugaciones de verzachten:

o.t.t.
  1. verzacht
  2. verzacht
  3. verzacht
  4. verzachten
  5. verzachten
  6. verzachten
o.v.t.
  1. verzachtte
  2. verzachtte
  3. verzachtte
  4. verzachtten
  5. verzachtten
  6. verzachtten
v.t.t.
  1. heb verzacht
  2. hebt verzacht
  3. heeft verzacht
  4. hebben verzacht
  5. hebben verzacht
  6. hebben verzacht
v.v.t.
  1. had verzacht
  2. had verzacht
  3. had verzacht
  4. hadden verzacht
  5. hadden verzacht
  6. hadden verzacht
o.t.t.t.
  1. zal verzachten
  2. zult verzachten
  3. zal verzachten
  4. zullen verzachten
  5. zullen verzachten
  6. zullen verzachten
o.v.t.t.
  1. zou verzachten
  2. zou verzachten
  3. zou verzachten
  4. zouden verzachten
  5. zouden verzachten
  6. zouden verzachten
diversen
  1. verzacht!
  2. verzacht!
  3. verzacht
  4. verzachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verzachten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
adoucir lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten ontharden; vermurwen; vertederen; verweken; week worden; zachtmaken
atténuer lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten aan kracht inboeten; aftakelen; ontharden; uitputten; vermurwen; verslappen; verweken; verzwakken; week worden; wegglijden; zachtmaken; zwak worden; zwakker worden
modérer lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; dempen; intomen; matigen; met mate gebruiken; temperen; vermurwen; verweken; week worden; zich matigen
radoucir lenigen; verlichten; vervriendelijken; verzachten in de week zetten; ontharden; vermurwen; vertederen; verweken; week maken; weken; zachtmaken
soulager lenigen; verlichten; verzachten bemoedigen; bevrijden; in vrijheid stellen; lessen; loslaten; losmaken; ondersteunen; opbeuren; opluchten; stillen; troosten; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vertroosten; vrijlaten

Wiktionary: verzachten

verzachten
verb
  1. minder erg maken
verzachten
Cross Translation:
FromToVia
verzachten soulager; calmer; adoucir alleviate — make less severe
verzachten atténuer; réduire mitigate — to reduce, lessen, or decrease