Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/francés ->Traducir vrijers

Traducir vrijers de neerlandés a francés

Eliminar anuncios

Resumen

Neerlandés a francés: más información...

vrijers:
- amoureux; amants
vrijer:
- amoureux; adorateur; soupirant; amant
Wiktionary:
- vrijer → amant
- vrijer → prétendant

Neerlandés

Traducciones detalladas de vrijers de neerlandés a francés

vrijers:

vrijers [de ~] sustantivo, plural

de vrijers (minnaars)
l'amoureux; l'amants
- amoureux [le ~] sustantivo
- amants [le ~] sustantivo

Translation Matrix for vrijers:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
amants	minnaars; vrijers
amoureux	minnaars; vrijers	aanbidder; beminde; duifje; gezel; hartsvriendin; kameraadje; liefhebber; liefje; liefste; lieve; maatje; minnaar; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vrijer
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
amoureux		amoureus; amoureuze; liefderijk; liefdevol; verkikkerd; verliefd

Palabras relacionadas con "vrijers":

vrijer

vrijer:

vrijer [de ~ (m)] sustantivo

de vrijer (liefhebber; minnaar; aanbidder)
l'amoureux; l'adorateur; le soupirant; l'amant
- amoureux [le ~] sustantivo
- adorateur [le ~] sustantivo
- soupirant [le ~] sustantivo
- amant [le ~] sustantivo

Translation Matrix for vrijer:

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
adorateur	aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer	bewonderaar; fan; vereerder
amant	aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer	beminde; duifje; gezel; hartsvriendin; kameraadje; liefje; liefste; lieve; maatje; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin
amoureux	aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer	beminde; duifje; gezel; hartsvriendin; kameraadje; liefje; liefste; lieve; maatje; minnaars; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; vriendin; vrijers
soupirant	aanbidder; liefhebber; minnaar; vrijer
Modifier	Traducciones relacionadas	Other Translations
amoureux		amoureus; amoureuze; liefderijk; liefdevol; verkikkerd; verliefd

Palabras relacionadas con "vrijer":

vrijers, vrijertje, vrijertjes, vrij

Wiktionary: vrijer

vrijer

noun

Celui qui recevoir les faveurs d’une femme avec laquelle il n’est pas marier.
- amant → geliefde; minnaar; vriend; vrijer

Cross Translation:

From	To	Via
• vrijer	→ prétendant	↔ Freier — veraltend: Mann, der eine Frau umwirbt, um sie zu heiraten

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios