Neerlandés

Traducciones detalladas de weifelend de neerlandés a francés

weifelend:


Translation Matrix for weifelend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
indécis wankelmoedige; weifelaar
irrésolu wankelmoedige; weifelaar
lambin druil; geitenbreier; hannes; lammeling; lamzak; lanterfanter; lapzwans; leegloper; lijntrekker; nietsnut; sijsjeslijmer; slak; slampamper; slapkous; slome; sukkel; talmer; teut; treuzel; treuzelaar; treuzelkous; zoutzak
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
avec hésitation aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend
d'une façon hésitante aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend
de mauvaise grâce aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend met tegenzin; niet graag; ongaarne
hésitant aarzelend; besluiteloos; besluitloos; dralend; halfslachtig; langzaam; leuterig; schoorvoetend; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend halfslachtig; huiverig; onstandvastig; twijfelmoedig; wankelmoedig
incertain aarzelend; besluiteloos; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend delicaat; discutabel; gevaarlijk; gewaagd; hachelijk; halfslachtig; inconsistent; kritiek; lastig; los; netelig; niet zeker; ongewis; onstandvastig; onvast; penibel; precair; rank; twijfelachtig; twijfelmoedig; variabel; variërend; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig
indécis aarzelend; besluiteloos; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend halfslachtig; inconsistent; los; onbepaald; onbeslist; onstandvastig; onuitgemaakt; onvast; rank; twijfelmoedig; veranderlijk; wankel; wankelbaar; wankelend; wankelmoedig
irrésolu aarzelend; besluiteloos; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelachtig; weifelend halfslachtig; onstandvastig; twijfelmoedig; wankelmoedig
lambin aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
lambinant aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend
peu disposé aarzelend; halfslachtig; schoorvoetend; wankelmoedig; weifelend met tegenzin; niet graag; ongaarne
traînant aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend lijzig; log; loom
traînassant aarzelend; besluitloos; dralend; langzaam; leuterig; slepend; talmend; traag; treuzelachtig; treuzelend; weifelend

weifelend forma de weifelen:

weifelen verbo (weifel, weifelt, weifelde, weifelden, geweifeld)

  1. weifelen (aarzelen; talmen; dubben)
    hésiter; tarder; douter; tergiverser; traînasser; traîner; lambiner; être indécis; traînailler
    • hésiter verbo (hésite, hésites, hésitons, hésitez, )
    • tarder verbo (tarde, tardes, tardons, tardez, )
    • douter verbo (doute, doutes, doutons, doutez, )
    • tergiverser verbo (tergiverse, tergiverses, tergiversons, tergiversez, )
    • traînasser verbo (traînasse, traînasses, traînassons, traînassez, )
    • traîner verbo (traîne, traînes, traînons, traînez, )
    • lambiner verbo (lambine, lambines, lambinons, lambinez, )
    • traînailler verbo (traînaille, traînailles, traînaillons, traînaillez, )
  2. weifelen (aarzelen; twijfelen)
    hésiter; douter; douter de; balancer
    • hésiter verbo (hésite, hésites, hésitons, hésitez, )
    • douter verbo (doute, doutes, doutons, doutez, )
    • douter de verbo
    • balancer verbo (balance, balances, balançons, balancez, )

Conjugaciones de weifelen:

o.t.t.
  1. weifel
  2. weifelt
  3. weifelt
  4. weifelen
  5. weifelen
  6. weifelen
o.v.t.
  1. weifelde
  2. weifelde
  3. weifelde
  4. weifelden
  5. weifelden
  6. weifelden
v.t.t.
  1. heb geweifeld
  2. hebt geweifeld
  3. heeft geweifeld
  4. hebben geweifeld
  5. hebben geweifeld
  6. hebben geweifeld
v.v.t.
  1. had geweifeld
  2. had geweifeld
  3. had geweifeld
  4. hadden geweifeld
  5. hadden geweifeld
  6. hadden geweifeld
o.t.t.t.
  1. zal weifelen
  2. zult weifelen
  3. zal weifelen
  4. zullen weifelen
  5. zullen weifelen
  6. zullen weifelen
o.v.t.t.
  1. zou weifelen
  2. zou weifelen
  3. zou weifelen
  4. zouden weifelen
  5. zouden weifelen
  6. zouden weifelen
diversen
  1. weifel!
  2. weifelt!
  3. geweifeld
  4. weifelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for weifelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
balancer aarzelen; twijfelen; weifelen aan de zwerf zijn; balanceren; deinen; golven; heen en weer zwaaien; in evenwicht brengen; rondzwerven; schommelen; slingeren; uitbalanceren; wankelen; wiebelen; wiegelen; wiegen; zwaaien; zwenken; zwerven; zwiepen
douter aarzelen; dubben; talmen; twijfelen; weifelen betwijfelen
douter de aarzelen; twijfelen; weifelen betwijfelen; onzeker zijn; twijfelen
hésiter aarzelen; dubben; talmen; twijfelen; weifelen blijven steken; haperen; onzeker zijn; stokken; twijfelen; vastlopen
lambiner aarzelen; dubben; talmen; weifelen dralen; drentelen; talmen; teuten; treuzelen
tarder aarzelen; dubben; talmen; weifelen
tergiverser aarzelen; dubben; talmen; weifelen aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren
traînailler aarzelen; dubben; talmen; weifelen aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren
traînasser aarzelen; dubben; talmen; weifelen aarzelen; dralen; drentelen; druilen; hannesen; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlummelen; talmen; teuten; treuzelen; zaniken; zeiken; zeuren
traîner aarzelen; dubben; talmen; weifelen aanslepen; dralen; drentelen; flaneren; gebukt gaan onder; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rondlopen; rondlummelen; rondslenteren; rondslingeren; rondwandelen; sjouwen; slenteren; slepen; sleuren; slingeren; talmen; teuten; torsen; trekken; treuzelen; verdwaald zijn; versjouwen; verslepen; voorttrekken; zeulen
être indécis aarzelen; dubben; talmen; weifelen besluiteloos zijn; onbeslist zijn

Wiktionary: weifelen

weifelen
verb
  1. in besluiteloosheid niet tot handelen overgaan
weifelen
Cross Translation:
FromToVia
weifelen hésiter vacillate — to swing from one course of action or opinion to another

Traducciones automáticas externas: