Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. afstoffen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de afstoffen en neerlandés

afstoffen:

afstoffen verbo (stof af, stoft af, stofte af, stoften af, afgestoft)

  1. afstoffen
    afnemen; afstoffen; stoffen
    • afnemen verbo (neem af, neemt af, nam af, namen af, afgenomen)
    • afstoffen verbo (stof af, stoft af, stofte af, stoften af, afgestoft)
    • stoffen verbo (stof, stoft, stofte, stoften, gestoft)

Conjugaciones de afstoffen:

o.t.t.
  1. stof af
  2. stoft af
  3. stoft af
  4. stoffen af
  5. stoffen af
  6. stoffen af
o.v.t.
  1. stofte af
  2. stofte af
  3. stofte af
  4. stoften af
  5. stoften af
  6. stoften af
v.t.t.
  1. heb afgestoft
  2. hebt afgestoft
  3. heeft afgestoft
  4. hebben afgestoft
  5. hebben afgestoft
  6. hebben afgestoft
v.v.t.
  1. had afgestoft
  2. had afgestoft
  3. had afgestoft
  4. hadden afgestoft
  5. hadden afgestoft
  6. hadden afgestoft
o.t.t.t.
  1. zal afstoffen
  2. zult afstoffen
  3. zal afstoffen
  4. zullen afstoffen
  5. zullen afstoffen
  6. zullen afstoffen
o.v.t.t.
  1. zou afstoffen
  2. zou afstoffen
  3. zou afstoffen
  4. zouden afstoffen
  5. zouden afstoffen
  6. zouden afstoffen
diversen
  1. stof af!
  2. stoft af!
  3. afgestoft
  4. afstoffende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afstoffen [znw.] sustantivo

  1. afstoffen
    afnemen; afstoffen; afwissen