Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir arbeider

Sinónimos de "arbeider" en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

arbeider:
- werkman; arbeider; werkkracht; werker; werknemer; medewerker; personeelslid; klerk; arbeidskracht

Neerlandés

Sinónimos detallados de arbeider en neerlandés

arbeider:

arbeider [de ~ (m)] sustantivo

de arbeider
de werkman; de arbeider; de werkkracht; de werker
- werkman [de ~ (m)] sustantivo
- arbeider [de ~ (m)] sustantivo
- werkkracht [de ~] sustantivo
- werker [de ~ (m)] sustantivo
de arbeider
de werknemer; de medewerker; het personeelslid; de klerk; de arbeidskracht; de arbeider; de werkkracht
- werknemer [de ~ (m)] sustantivo
- medewerker [de ~ (m)] sustantivo
- personeelslid [het ~] sustantivo
- klerk [de ~ (m)] sustantivo
- arbeidskracht [de ~] sustantivo
- arbeider [de ~ (m)] sustantivo
- werkkracht [de ~] sustantivo
de arbeider
de arbeider
- arbeider [de ~ (m)] sustantivo
de arbeider

– iemand die lichamelijk werk doet waar weinig opleiding voor nodig is ¹
de arbeider
– iemand die lichamelijk werk doet waar weinig opleiding voor nodig is ¹
- arbeider [de ~ (m)] sustantivo
  - er werkten in 1900 veel arbeiders in de fabrieken¹

Palabras relacionadas con "arbeider":

arbeiders

Definiciones relacionadas de "arbeider":

iemand die lichamelijk werk doet waar weinig opleiding voor nodig is¹
- er werkten in 1900 veel arbeiders in de fabrieken¹

Sinónimos relacionados de arbeider

¹Muiswerk Woordenboek

Eliminar anuncios

Eliminar anuncios