Neerlandés
Sinónimos detallados de bekwamen en neerlandés
bekwamen:
-
bekwamen
Conjugaciones de bekwamen:
o.t.t.
- bekwaam
- bekwaamt
- bekwaamt
- bekwamen
- bekwamen
- bekwamen
o.v.t.
- bekwaamde
- bekwaamde
- bekwaamde
- bekwaamden
- bekwaamden
- bekwaamden
v.t.t.
- heb bekwaamd
- hebt bekwaamd
- heeft bekwaamd
- hebben bekwaamd
- hebben bekwaamd
- hebben bekwaamd
v.v.t.
- had bekwaamd
- had bekwaamd
- had bekwaamd
- hadden bekwaamd
- hadden bekwaamd
- hadden bekwaamd
o.t.t.t.
- zal bekwamen
- zult bekwamen
- zal bekwamen
- zullen bekwamen
- zullen bekwamen
- zullen bekwamen
o.v.t.t.
- zou bekwamen
- zou bekwamen
- zou bekwamen
- zouden bekwamen
- zouden bekwamen
- zouden bekwamen
diversen
- bekwaam!
- bekwaamt!
- bekwaamd
- bekwamend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
bekwamen forma de bekomen:
-
bekomen
-
bekomen
Conjugaciones de bekomen:
o.t.t.
- bekom
- bekomt
- bekomt
- bekomen
- bekomen
- bekomen
o.v.t.
- bekwam
- bekwam
- bekwam
- bekwamen
- bekwamen
- bekwamen
v.t.t.
- ben bekomen
- bent bekomen
- is bekomen
- zijn bekomen
- zijn bekomen
- zijn bekomen
v.v.t.
- was bekomen
- was bekomen
- was bekomen
- waren bekomen
- waren bekomen
- waren bekomen
o.t.t.t.
- zal bekomen
- zult bekomen
- zal bekomen
- zullen bekomen
- zullen bekomen
- zullen bekomen
o.v.t.t.
- zou bekomen
- zou bekomen
- zou bekomen
- zouden bekomen
- zouden bekomen
- zouden bekomen
diversen
- bekom!
- bekomt!
- bekomen
- bekomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze