Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. bemoeien:


Neerlandés

Sinónimos detallados de bemoeien en neerlandés

bemoeien:

bemoeien verbo (bemoei, bemoeit, bemoeide, bemoeiden, bemoeid)

  1. bemoeien
    bemoeien; mengen; inmengen
    • bemoeien verbo (bemoei, bemoeit, bemoeide, bemoeiden, bemoeid)
    • mengen verbo (meng, mengt, mengde, mengden, gemengd)
    • inmengen verbo (meng in, mengt in, mengde in, mengden in, ingemengd)

Conjugaciones de bemoeien:

o.t.t.
  1. bemoei
  2. bemoeit
  3. bemoeit
  4. bemoeien
  5. bemoeien
  6. bemoeien
o.v.t.
  1. bemoeide
  2. bemoeide
  3. bemoeide
  4. bemoeiden
  5. bemoeiden
  6. bemoeiden
v.t.t.
  1. heb bemoeid
  2. hebt bemoeid
  3. heeft bemoeid
  4. hebben bemoeid
  5. hebben bemoeid
  6. hebben bemoeid
v.v.t.
  1. had bemoeid
  2. had bemoeid
  3. had bemoeid
  4. hadden bemoeid
  5. hadden bemoeid
  6. hadden bemoeid
o.t.t.t.
  1. zal bemoeien
  2. zult bemoeien
  3. zal bemoeien
  4. zullen bemoeien
  5. zullen bemoeien
  6. zullen bemoeien
o.v.t.t.
  1. zou bemoeien
  2. zou bemoeien
  3. zou bemoeien
  4. zouden bemoeien
  5. zouden bemoeien
  6. zouden bemoeien
diversen
  1. bemoei!
  2. bemoeit!
  3. bemoeid
  4. bemoeiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze