Neerlandés
Sinónimos detallados de doorsmeren en neerlandés
doorsmeren:
-
doorsmeren
Conjugaciones de doorsmeren:
o.t.t.
- smeer door
- smeert door
- smeert door
- smeren door
- smeren door
- smeren door
o.v.t.
- smeerde door
- smeerde door
- smeerde door
- smeerden door
- smeerden door
- smeerden door
v.t.t.
- heb doorgesmeerd
- hebt doorgesmeerd
- heeft doorgesmeerd
- hebben doorgesmeerd
- hebben doorgesmeerd
- hebben doorgesmeerd
v.v.t.
- had doorgesmeerd
- had doorgesmeerd
- had doorgesmeerd
- hadden doorgesmeerd
- hadden doorgesmeerd
- hadden doorgesmeerd
o.t.t.t.
- zal doorsmeren
- zult doorsmeren
- zal doorsmeren
- zullen doorsmeren
- zullen doorsmeren
- zullen doorsmeren
o.v.t.t.
- zou doorsmeren
- zou doorsmeren
- zou doorsmeren
- zouden doorsmeren
- zouden doorsmeren
- zouden doorsmeren
en verder
- is doorgesmeerd
- zijn doorgesmeerd
diversen
- smeer door!
- smeert door!
- doorgesmeerd
- doorsmerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze