Neerlandés
Sinónimos detallados de flikflooien en neerlandés
flikflooien:
-
flikflooien
-
flikflooien
vleien; kruipen; flikflooien; flatteren; vlemen; stroop om de mond smeren-
vlemen verbo
-
stroop om de mond smeren verbo (smeer stroop om de mond, smeert stroop om de mond, smeerde stroop om de mond, smeerden stroop om de mond, stroop om de mond gesmeerd)
Conjugaciones de flikflooien:
o.t.t.
- flikflooi
- flikflooit
- flikflooit
- flikflooien
- flikflooien
- flikflooien
o.v.t.
- flikflooide
- flikflooide
- flikflooide
- flikflooiden
- flikflooiden
- flikflooiden
v.t.t.
- heb geflikflooid
- hebt geflikflooid
- heeft geflikflooid
- hebben geflikflooid
- hebben geflikflooid
- hebben geflikflooid
v.v.t.
- had geflikflooid
- had geflikflooid
- had geflikflooid
- hadden geflikflooid
- hadden geflikflooid
- hadden geflikflooid
o.t.t.t.
- zal flikflooien
- zult flikflooien
- zal flikflooien
- zullen flikflooien
- zullen flikflooien
- zullen flikflooien
o.v.t.t.
- zou flikflooien
- zou flikflooien
- zou flikflooien
- zouden flikflooien
- zouden flikflooien
- zouden flikflooien
diversen
- flikflooi!
- flikflooit!
- geflikflooid
- flikflooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze