Resumen
Sinónimos en neerlandés: más información...
-
gebied:
- gebied; perceel; kavel; terrein; bouwterrein; plaats; regio; streek; landstreek; gouw; gewest; oord; zone; gordel; territorium; provincie; rayon; ressort; rechtsgebied; rijksonderdeel; navigatieplaats; vlak
- gebieden:
Neerlandés
Sinónimos detallados de gebied en neerlandés
gebied:
-
het gebied
-
het gebied
-
het gebied
-
het gebied
-
het gebied
-
het gebied
-
het gebied
-
het gebied
– gedeelte van het land, stuk land 1 -
het gebied
– wat bij een vak of hobby hoort 1
Palabras relacionadas con "gebied":
Sinónimos alternativos de "gebied":
Definiciones relacionadas de "gebied":
gebied forma de gebieden:
-
gebieden
-
gebieden
-
gebieden
-
gebieden
Conjugaciones de gebieden:
o.t.t.
- gebied
- gebiedt
- gebiedt
- gebieden
- gebieden
- gebieden
o.v.t.
- gebood
- gebood
- gebood
- geboden
- geboden
- geboden
v.t.t.
- heb geboden
- hebt geboden
- heeft geboden
- hebben geboden
- hebben geboden
- hebben geboden
v.v.t.
- had geboden
- had geboden
- had geboden
- hadden geboden
- hadden geboden
- hadden geboden
o.t.t.t.
- zal gebieden
- zult gebieden
- zal gebieden
- zullen gebieden
- zullen gebieden
- zullen gebieden
o.v.t.t.
- zou gebieden
- zou gebieden
- zou gebieden
- zouden gebieden
- zouden gebieden
- zouden gebieden
en verder
- ben geboden
- bent geboden
- is geboden
- zijn geboden
- zijn geboden
- zijn geboden
diversen
- gebied!
- gebiedt!
- geboden
- gebiedend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze