Neerlandés
Sinónimos detallados de gestanst en neerlandés
gestanst:
gestanst forma de stansen:
-
stansen
Conjugaciones de stansen:
o.t.t.
- stans
- stanst
- stanst
- stansen
- stansen
- stansen
o.v.t.
- stanste
- stanste
- stanste
- stansten
- stansten
- stansten
v.t.t.
- heb gestanst
- hebt gestanst
- heeft gestanst
- hebben gestanst
- hebben gestanst
- hebben gestanst
v.v.t.
- had gestanst
- had gestanst
- had gestanst
- hadden gestanst
- hadden gestanst
- hadden gestanst
o.t.t.t.
- zal stansen
- zult stansen
- zal stansen
- zullen stansen
- zullen stansen
- zullen stansen
o.v.t.t.
- zou stansen
- zou stansen
- zou stansen
- zouden stansen
- zouden stansen
- zouden stansen
en verder
- ben gestanst
- bent gestanst
- is gestanst
- zijn gestanst
- zijn gestanst
- zijn gestanst
diversen
- stans!
- stanst!
- gestanst
- stansend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze