Neerlandés
Sinónimos detallados de gezwollen en neerlandés
gezwollen:
-
gezwollen
opgezet; opgezwollen; opgeblazen; gezwollen-
opgezet adj.
-
opgezwollen adj.
-
opgeblazen adj.
-
gezwollen adj.
-
-
gezwollen
bombastisch; hoogdravend; pompeus; opgeblazen; gezwollen-
bombastisch adj.
-
hoogdravend adj.
-
pompeus adj.
-
opgeblazen adj.
-
gezwollen adj.
-
Palabras relacionadas con "gezwollen":
zwellen:
-
zwellen
Conjugaciones de zwellen:
o.t.t.
- zwel
- zwelt
- zwelt
- zwellen
- zwellen
- zwellen
o.v.t.
- zwol
- zwol
- zwol
- zwollen
- zwollen
- zwollen
v.t.t.
- ben gezwollen
- bent gezwollen
- is gezwollen
- zijn gezwollen
- zijn gezwollen
- zijn gezwollen
v.v.t.
- was gezwollen
- was gezwollen
- was gezwollen
- waren gezwollen
- waren gezwollen
- waren gezwollen
o.t.t.t.
- zal zwellen
- zult zwellen
- zal zwellen
- zullen zwellen
- zullen zwellen
- zullen zwellen
o.v.t.t.
- zou zwellen
- zou zwellen
- zou zwellen
- zouden zwellen
- zouden zwellen
- zouden zwellen
diversen
- zwel!
- zwelt!
- gezwollen
- zwellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze