Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. gladgemaakt:
  2. gladmaken:


Neerlandés

Sinónimos detallados de gladgemaakt en neerlandés

gladgemaakt:

gladgemaakt adj.

  1. gladgemaakt

gladgemaakt forma de gladmaken:

gladmaken verbo (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)

  1. gladmaken
    gladmaken; gladwrijven
    • gladmaken verbo (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
    • gladwrijven verbo (wrijf glad, wrijft glad, wreef glad, wreven glad, gladgewreven)
  2. gladmaken
    egaliseren; gelijkmaken; effenen; gladmaken
    • egaliseren verbo (egaliseer, egaliseert, egaliseerde, egaliseerden, geëgaliseerd)
    • gelijkmaken verbo (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
    • effenen verbo (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
    • gladmaken verbo (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)

Conjugaciones de gladmaken:

o.t.t.
  1. maak glad
  2. maakt glad
  3. maakt glad
  4. maken glad
  5. maken glad
  6. maken glad
o.v.t.
  1. maakte glad
  2. maakte glad
  3. maakte glad
  4. maakten glad
  5. maakten glad
  6. maakten glad
v.t.t.
  1. heb gladgemaakt
  2. hebt gladgemaakt
  3. heeft gladgemaakt
  4. hebben gladgemaakt
  5. hebben gladgemaakt
  6. hebben gladgemaakt
v.v.t.
  1. had gladgemaakt
  2. had gladgemaakt
  3. had gladgemaakt
  4. hadden gladgemaakt
  5. hadden gladgemaakt
  6. hadden gladgemaakt
o.t.t.t.
  1. zal gladmaken
  2. zult gladmaken
  3. zal gladmaken
  4. zullen gladmaken
  5. zullen gladmaken
  6. zullen gladmaken
o.v.t.t.
  1. zou gladmaken
  2. zou gladmaken
  3. zou gladmaken
  4. zouden gladmaken
  5. zouden gladmaken
  6. zouden gladmaken
en verder
  1. is gladgemaakt
  2. zijn gladgemaakt
diversen
  1. maak glad!
  2. maakt glad!
  3. gladgemaakt
  4. gladmakend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze