Neerlandés
Sinónimos detallados de hamsteren en neerlandés
hamsteren:
-
hamsteren
Conjugaciones de hamsteren:
o.t.t.
- hamster
- hamstert
- hamstert
- hamsteren
- hamsteren
- hamsteren
o.v.t.
- hamsterde
- hamsterde
- hamsterde
- hamsterden
- hamsterden
- hamsterden
v.t.t.
- heb gehamsterd
- hebt gehamsterd
- heeft gehamsterd
- hebben gehamsterd
- hebben gehamsterd
- hebben gehamsterd
v.v.t.
- had gehamsterd
- had gehamsterd
- had gehamsterd
- hadden gehamsterd
- hadden gehamsterd
- hadden gehamsterd
o.t.t.t.
- zal hamsteren
- zult hamsteren
- zal hamsteren
- zullen hamsteren
- zullen hamsteren
- zullen hamsteren
o.v.t.t.
- zou hamsteren
- zou hamsteren
- zou hamsteren
- zouden hamsteren
- zouden hamsteren
- zouden hamsteren
en verder
- is gehamsterd
- zijn gehamsterd
diversen
- hamster!
- hamstert!
- gehamsterd
- hamsterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze