Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/neerlandés ->Traducir hinkelen

Sinónimos de "hinkelen" en neerlandés

Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. hinkelen:

Neerlandés

Sinónimos detallados de hinkelen en neerlandés

hinkelen:

hinkelen verbo (hinkel, hinkelt, hinkelde, hinkelden, gehinkeld)

  1. hinkelen
    hinkelen; hinken
    • hinkelen verbo (hinkel, hinkelt, hinkelde, hinkelden, gehinkeld)
    • hinken verbo (hink, hinkt, hinkte, hinkten, gehinkt)

Conjugaciones de hinkelen:

o.t.t.
  1. hinkel
  2. hinkelt
  3. hinkelt
  4. hinkelen
  5. hinkelen
  6. hinkelen
o.v.t.
  1. hinkelde
  2. hinkelde
  3. hinkelde
  4. hinkelden
  5. hinkelden
  6. hinkelden
v.t.t.
  1. heb gehinkeld
  2. hebt gehinkeld
  3. heeft gehinkeld
  4. hebben gehinkeld
  5. hebben gehinkeld
  6. hebben gehinkeld
v.v.t.
  1. had gehinkeld
  2. had gehinkeld
  3. had gehinkeld
  4. hadden gehinkeld
  5. hadden gehinkeld
  6. hadden gehinkeld
o.t.t.t.
  1. zal hinkelen
  2. zult hinkelen
  3. zal hinkelen
  4. zullen hinkelen
  5. zullen hinkelen
  6. zullen hinkelen
o.v.t.t.
  1. zou hinkelen
  2. zou hinkelen
  3. zou hinkelen
  4. zouden hinkelen
  5. zouden hinkelen
  6. zouden hinkelen
diversen
  1. hinkel!
  2. hinkelt!
  5. gehinkeld
  6. hinkelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0165 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos