Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. instoppen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de instoppen en neerlandés

instoppen:

instoppen verbo (stop in, stopt in, stopte in, stopten in, ingestopt)

  1. instoppen
    toedekken; instoppen
    • toedekken verbo (dek toe, dekt toe, dekte toe, dekten toe, toegedekt)
    • instoppen verbo (stop in, stopt in, stopte in, stopten in, ingestopt)
  2. instoppen
    inbrengen; doen in; instoppen; indoen
    • inbrengen verbo (breng in, brengt in, bracht in, brachten in, ingebracht)
    • doen in verbo
    • instoppen verbo (stop in, stopt in, stopte in, stopten in, ingestopt)
    • indoen verbo (doe in, doet in, deed in, deden in, ingedaan)

Conjugaciones de instoppen:

o.t.t.
  1. stop in
  2. stopt in
  3. stopt in
  4. stoppen in
  5. stoppen in
  6. stoppen in
o.v.t.
  1. stopte in
  2. stopte in
  3. stopte in
  4. stopten in
  5. stopten in
  6. stopten in
v.t.t.
  1. heb ingestopt
  2. hebt ingestopt
  3. heeft ingestopt
  4. hebben ingestopt
  5. hebben ingestopt
  6. hebben ingestopt
v.v.t.
  1. had ingestopt
  2. had ingestopt
  3. had ingestopt
  4. hadden ingestopt
  5. hadden ingestopt
  6. hadden ingestopt
o.t.t.t.
  1. zal instoppen
  2. zult instoppen
  3. zal instoppen
  4. zullen instoppen
  5. zullen instoppen
  6. zullen instoppen
o.v.t.t.
  1. zou instoppen
  2. zou instoppen
  3. zou instoppen
  4. zouden instoppen
  5. zouden instoppen
  6. zouden instoppen
en verder
  1. ben ingestopt
  2. bent ingestopt
  3. is ingestopt
  4. zijn ingestopt
  5. zijn ingestopt
  6. zijn ingestopt
diversen
  1. stop in!
  2. stopt in!
  3. ingestopt
  4. instoppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Sinónimos relacionados de instoppen