Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. integreren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de integreren en neerlandés

integreren:

integreren verbo (integreer, integreert, integreerde, integreerden, geïntegreerd)

  1. integreren
    integreren; tot een eenheid worden

Conjugaciones de integreren:

o.t.t.
  1. integreer
  2. integreert
  3. integreert
  4. integreren
  5. integreren
  6. integreren
o.v.t.
  1. integreerde
  2. integreerde
  3. integreerde
  4. integreerden
  5. integreerden
  6. integreerden
v.t.t.
  1. heb geïntegreerd
  2. hebt geïntegreerd
  3. heeft geïntegreerd
  4. hebben geïntegreerd
  5. hebben geïntegreerd
  6. hebben geïntegreerd
v.v.t.
  1. had geïntegreerd
  2. had geïntegreerd
  3. had geïntegreerd
  4. hadden geïntegreerd
  5. hadden geïntegreerd
  6. hadden geïntegreerd
o.t.t.t.
  1. zal integreren
  2. zult integreren
  3. zal integreren
  4. zullen integreren
  5. zullen integreren
  6. zullen integreren
o.v.t.t.
  1. zou integreren
  2. zou integreren
  3. zou integreren
  4. zouden integreren
  5. zouden integreren
  6. zouden integreren
en verder
  1. ben geïntegreerd
  2. bent geïntegreerd
  3. is geïntegreerd
  4. zijn geïntegreerd
  5. zijn geïntegreerd
  6. zijn geïntegreerd
diversen
  1. integreer!
  2. integreert!
  3. geïntegreerd
  4. integrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze