Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. kranen:
  2. kraan:


Neerlandés

Sinónimos detallados de kranen en neerlandés

kranen:

kranen [de ~] sustantivo, plural

  1. de kranen
    de kranen; de tappen
    • kranen [de ~] sustantivo, plural
    • tappen [de ~] sustantivo, plural

Palabras relacionadas con "kranen":


kranen forma de kraan:

kraan [de ~ (m)] sustantivo

  1. de kraan
    de kraan
    • kraan [de ~ (m)] sustantivo
  2. de kraan
    de kraan; de waterkraan

kraan [de ~] sustantivo

  1. de kraan
    de hijskraan; het hijstoestel; hijsinstallatie; de kraan
  2. de kraan
    – machine waar je mee hijst 1
    de kraan
    – machine waar je mee hijst 1
    • kraan [de ~] sustantivo
      • de kraan tilde de betonnen plaat op de wagen1
  3. de kraan
    – wat je opendraait om er vloeistof uit te laten stromen 1
    de kraan
    – wat je opendraait om er vloeistof uit te laten stromen 1
    • kraan [de ~] sustantivo
      • er kwam warm water uit de kraan1

Palabras relacionadas con "kraan":


Definiciones relacionadas de "kraan":

  1. machine waar je mee hijst1
    • de kraan tilde de betonnen plaat op de wagen1
  2. wat je opendraait om er vloeistof uit te laten stromen1
    • er kwam warm water uit de kraan1