Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. krik:


Neerlandés

Sinónimos detallados de krik en neerlandés

krik:

krik [de ~] sustantivo

  1. de krik
    de krik
    • krik [de ~] sustantivo
  2. de krik
    de krik; de dommekracht
  3. de krik
    – werktuig om een auto een stukje op te tillen 1
    de krik
    – werktuig om een auto een stukje op te tillen 1
    • krik [de ~] sustantivo
      • schuif de krik onder de auto dan kun je de band verwisselen1

Palabras relacionadas con "krik":

  • krikken

Definiciones relacionadas de "krik":

  1. werktuig om een auto een stukje op te tillen1
    • schuif de krik onder de auto dan kun je de band verwisselen1