Neerlandés
Sinónimos detallados de landen en neerlandés
landen:
-
landen
-
landen
-
landen
Conjugaciones de landen:
o.t.t.
- land
- landt
- landt
- landen
- landen
- landen
o.v.t.
- landde
- landde
- landde
- landden
- landden
- landden
v.t.t.
- ben geland
- bent geland
- is geland
- zijn geland
- zijn geland
- zijn geland
v.v.t.
- was geland
- was geland
- was geland
- waren geland
- waren geland
- waren geland
o.t.t.t.
- zal landen
- zult landen
- zal landen
- zullen landen
- zullen landen
- zullen landen
o.v.t.t.
- zou landen
- zou landen
- zou landen
- zouden landen
- zouden landen
- zouden landen
diversen
- land!
- landt!
- geland
- landend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Palabras relacionadas con "landen":
land:
-
het land
-
het land
-
het land
-
het land
-
het land
– wat geen stad is 1 -
het land
– wat niet door water bedekt is 1 -
het land
– gebied binnen bepaalde grenzen met eigen regering 1