Neerlandés
Sinónimos detallados de omkopen en neerlandés
omkopen:
-
omkopen
-
omkopen
– geld of cadeaus geven op voorwaarde dat hij iets voor je doet 1
Conjugaciones de omkopen:
o.t.t.
- koop om
- koopt om
- koopt om
- kopen om
- kopen om
- kopen om
o.v.t.
- kocht om
- kocht om
- kocht om
- kochten om
- kochten om
- kochten om
v.t.t.
- heb omgekocht
- hebt omgekocht
- heeft omgekocht
- hebben omgekocht
- hebben omgekocht
- hebben omgekocht
v.v.t.
- had omgekocht
- had omgekocht
- had omgekocht
- hadden omgekocht
- hadden omgekocht
- hadden omgekocht
o.t.t.t.
- zal omkopen
- zult omkopen
- zal omkopen
- zullen omkopen
- zullen omkopen
- zullen omkopen
o.v.t.t.
- zou omkopen
- zou omkopen
- zou omkopen
- zouden omkopen
- zouden omkopen
- zouden omkopen
en verder
- ben omgekocht
- bent omgekocht
- is omgekocht
- zijn omgekocht
- zijn omgekocht
- zijn omgekocht
diversen
- koop om!
- koopt om!
- omgekocht
- omkopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze