Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. onderdompelen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de onderdompelen en neerlandés

onderdompelen:

onderdompelen verbo (dompel onder, dompelt onder, dompelde onder, dompelden onder, ondergedompeld)

  1. onderdompelen
    onderdompelen; dompelen; onderduwen
    • onderdompelen verbo (dompel onder, dompelt onder, dompelde onder, dompelden onder, ondergedompeld)
    • dompelen verbo (dompel, dompelt, dompelde, dompelden, gedompeld)
    • onderduwen verbo (duw onder, duwt onder, duwde onder, duwden onder, ondergeduwd)
  2. onderdompelen
    onderdompelen; indompelen; dompelen in
    • onderdompelen verbo (dompel onder, dompelt onder, dompelde onder, dompelden onder, ondergedompeld)
    • indompelen verbo (dompel in, dompelt in, dompelde in, dompelden in, ingedompeld)
    • dompelen in verbo

Conjugaciones de onderdompelen:

o.t.t.
  1. dompel onder
  2. dompelt onder
  3. dompelt onder
  4. dompelen onder
  5. dompelen onder
  6. dompelen onder
o.v.t.
  1. dompelde onder
  2. dompelde onder
  3. dompelde onder
  4. dompelden onder
  5. dompelden onder
  6. dompelden onder
v.t.t.
  1. heb ondergedompeld
  2. hebt ondergedompeld
  3. heeft ondergedompeld
  4. hebben ondergedompeld
  5. hebben ondergedompeld
  6. hebben ondergedompeld
v.v.t.
  1. had ondergedompeld
  2. had ondergedompeld
  3. had ondergedompeld
  4. hadden ondergedompeld
  5. hadden ondergedompeld
  6. hadden ondergedompeld
o.t.t.t.
  1. zal onderdompelen
  2. zult onderdompelen
  3. zal onderdompelen
  4. zullen onderdompelen
  5. zullen onderdompelen
  6. zullen onderdompelen
o.v.t.t.
  1. zou onderdompelen
  2. zou onderdompelen
  3. zou onderdompelen
  4. zouden onderdompelen
  5. zouden onderdompelen
  6. zouden onderdompelen
en verder
  1. ben ondergedompeld
  2. bent ondergedompeld
  3. is ondergedompeld
  4. zijn ondergedompeld
  5. zijn ondergedompeld
  6. zijn ondergedompeld
diversen
  1. dompel onder!
  2. dompelt onder!
  3. ondergedompeld
  4. onderdompelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

onderdompelen [znw.] sustantivo

  1. onderdompelen
    onderdompelen