Neerlandés
Sinónimos detallados de oogsten en neerlandés
oogsten:
-
oogsten
-
oogsten
Conjugaciones de oogsten:
o.t.t.
- oogst
- oogst
- oogst
- oogsten
- oogsten
- oogsten
o.v.t.
- oogstte
- oogstte
- oogstte
- oogstten
- oogstten
- oogstten
v.t.t.
- heb geoogst
- hebt geoogst
- heeft geoogst
- hebben geoogst
- hebben geoogst
- hebben geoogst
v.v.t.
- had geoogst
- had geoogst
- had geoogst
- hadden geoogst
- hadden geoogst
- hadden geoogst
o.t.t.t.
- zal oogsten
- zult oogsten
- zal oogsten
- zullen oogsten
- zullen oogsten
- zullen oogsten
o.v.t.t.
- zou oogsten
- zou oogsten
- zou oogsten
- zouden oogsten
- zouden oogsten
- zouden oogsten
en verder
- is geoogst
- zijn geoogst
diversen
- oogst!
- oogst!
- geoogst
- oogstend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Palabras relacionadas con "oogsten":
oogsten forma de oogst:
-
de oogst
-
de oogst
-
de oogst
-
de oogst
-
de oogst
-
de oogst