Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. stoel:
  2. stoelen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de stoel en neerlandés

stoel:

stoel [de ~ (m)] sustantivo

  1. de stoel
    de stoel; de crapaud; de zetel; het gestoelte
  2. de stoel
    – meubelstuk met zitting, rugleuning en poten 1
    de stoel
    – meubelstuk met zitting, rugleuning en poten 1
    • stoel [de ~ (m)] sustantivo
      • een stoel dient om op te zitten1

Palabras relacionadas con "stoel":


Definiciones relacionadas de "stoel":

  1. meubelstuk met zitting, rugleuning en poten1
    • een stoel dient om op te zitten1

stoelen:

stoelen [de ~] sustantivo, plural

  1. de stoelen
    de zetels; de stoelen
    • zetels [de ~] sustantivo, plural
    • stoelen [de ~] sustantivo, plural

Palabras relacionadas con "stoelen":


Sinónimos relacionados de stoel