Interglot - "sukkels": sinónimos en neerlandés

Eliminar anuncios

Resumen

Sinónimos en neerlandés: más información...

sukkels:
- sukkels; domkoppen; leeghoofden
sukkel:
- sukkel; stommeling; minkukel; uilenbal; sufferd; uilskuiken; schapenkop; schaapskop; idioot; kalfskop; onnozelaar; rund; oen; stommerd; onnozele; druiloor; onnozele hals; sul; stommerik; watje; schlemiel; slemiel; slungel; sijsjeslijmer; treuzelkous; hannes; slak; teut; talmer; treuzelaar; treuzel; stakker; stumper; zielenpiet

Neerlandés

Sinónimos detallados de sukkels en neerlandés

sukkels:

sukkels [de ~] sustantivo, plural

de sukkels
de sukkels; de domkoppen; de leeghoofden
- sukkels [de ~] sustantivo, plural
- domkoppen [de ~] sustantivo, plural
- leeghoofden [de ~] sustantivo, plural

Palabras relacionadas con "sukkels":

sukkel

sukkel:

sukkel [de ~ (m)] sustantivo

de sukkel
de sukkel; de stommeling; de minkukel; de uilenbal; de sufferd; het uilskuiken
- sukkel [de ~ (m)] sustantivo
- stommeling [de ~ (m)] sustantivo
- minkukel [de ~ (m)] sustantivo
- uilenbal [de ~ (m)] sustantivo
- sufferd [de ~ (m)] sustantivo
- uilskuiken [het ~] sustantivo
de sukkel
de schapenkop; de schaapskop; de idioot; de kalfskop; de sukkel; de onnozelaar; het rund; de stommeling; de oen; de stommerd; onnozele; de druiloor; onnozele hals; de sul; de stommerik
- schapenkop [de ~ (m)] sustantivo
- schaapskop [de ~ (m)] sustantivo
- idioot [de ~ (m)] sustantivo
- kalfskop [de ~ (m)] sustantivo
- sukkel [de ~ (m)] sustantivo
- onnozelaar [de ~ (m)] sustantivo
- rund [het ~] sustantivo
- stommeling [de ~ (m)] sustantivo
- oen [de ~] sustantivo
- stommerd [de ~ (m)] sustantivo
- onnozele [znw.] sustantivo
- druiloor [de ~] sustantivo
- onnozele hals [znw.] sustantivo
- sul [de ~ (m)] sustantivo
- stommerik [de ~ (m)] sustantivo
de sukkel
het watje; de schlemiel; slemiel; de sukkel; de slungel
- watje [het ~] sustantivo
- schlemiel [de ~ (m)] sustantivo
- slemiel [znw.] sustantivo
- sukkel [de ~ (m)] sustantivo
- slungel [de ~ (m)] sustantivo
de sukkel
de sijsjeslijmer; treuzelkous; de hannes; de slak; de teut; talmer; de sukkel; de treuzelaar; de treuzel
- sijsjeslijmer [de ~ (m)] sustantivo
- treuzelkous [znw.] sustantivo
- hannes [de ~ (m)] sustantivo
- slak [de ~] sustantivo
- teut [de ~] sustantivo
- talmer [znw.] sustantivo
- sukkel [de ~ (m)] sustantivo
- treuzelaar [de ~ (m)] sustantivo
- treuzel [de ~] sustantivo
de sukkel
de sukkel; de stakker; de stumper; de zielenpiet
- sukkel [de ~ (m)] sustantivo
- stakker [de ~ (m)] sustantivo
- stumper [de ~ (m)] sustantivo
- zielenpiet [de ~ (m)] sustantivo

Palabras relacionadas con "sukkel":

sukkelen, sukkels, sukkeltje, sukkeltjes

Eliminar anuncios

Sinónimos de "sukkels" en neerlandés

Sinónimos detallados de sukkels en neerlandés

sukkels:

sukkels [de ~] sustantivo, plural

de sukkels

Palabras relacionadas con "sukkels":

sukkel:

sukkel [de ~ (m)] sustantivo

de sukkel

de sukkel

de sukkel

de sukkel

de sukkel

Palabras relacionadas con "sukkel":