Neerlandés
Sinónimos detallados de troebelheid en neerlandés
troebelheid:
troebel:
-
troebel
troebel; onzuiver; drabbig; troebelachtig-
troebel adj.
-
onzuiver adj.
-
drabbig adj.
-
troebelachtig adj.
-
-
troebel
troebel; onduidelijk; onklaar; niet helder; vaag; onhelder; niet duidelijk-
troebel adj.
-
onduidelijk adj.
-
onklaar adj.
-
niet helder adj.
-
vaag adj.
-
onhelder adj.
-
niet duidelijk adj.
-
-
troebel