Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verachten:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verachten en neerlandés

verachten:

verachten verbo (veracht, verachtte, verachtten, veracht)

  1. verachten
    minachten; verachten; neerkijken op; geringschatten
    • minachten verbo (minacht, minachtte, minachtten, geminacht)
    • verachten verbo (veracht, verachtte, verachtten, veracht)
    • neerkijken op verbo (kijk neer op, kijkt neer op, keek neer op, keken neer op, neergekeken op)
    • geringschatten verbo (geringschat, geringschatte, geringschatten, geringgeschat)

Conjugaciones de verachten:

o.t.t.
  1. veracht
  2. veracht
  3. veracht
  4. verachten
  5. verachten
  6. verachten
o.v.t.
  1. verachtte
  2. verachtte
  3. verachtte
  4. verachtten
  5. verachtten
  6. verachtten
v.t.t.
  1. heb veracht
  2. hebt veracht
  3. heeft veracht
  4. hebben veracht
  5. hebben veracht
  6. hebben veracht
v.v.t.
  1. had veracht
  2. had veracht
  3. had veracht
  4. hadden veracht
  5. hadden veracht
  6. hadden veracht
o.t.t.t.
  1. zal verachten
  2. zult verachten
  3. zal verachten
  4. zullen verachten
  5. zullen verachten
  6. zullen verachten
o.v.t.t.
  1. zou verachten
  2. zou verachten
  3. zou verachten
  4. zouden verachten
  5. zouden verachten
  6. zouden verachten
diversen
  1. veracht!
  2. veracht!
  3. veracht
  4. verachtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze