Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verbasteren:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verbasteren en neerlandés

verbasteren:

verbasteren verbo (verbaster, verbastert, verbasterde, verbasterden, verbasterd)

  1. verbasteren
    verbasteren; vervormen
    • verbasteren verbo (verbaster, verbastert, verbasterde, verbasterden, verbasterd)
    • vervormen verbo (vervorm, vervormt, vervormde, vervormden, vervormd)

Conjugaciones de verbasteren:

o.t.t.
  1. verbaster
  2. verbastert
  3. verbastert
  4. verbasteren
  5. verbasteren
  6. verbasteren
o.v.t.
  1. verbasterde
  2. verbasterde
  3. verbasterde
  4. verbasterden
  5. verbasterden
  6. verbasterden
v.t.t.
  1. heb verbasterd
  2. hebt verbasterd
  3. heeft verbasterd
  4. hebben verbasterd
  5. hebben verbasterd
  6. hebben verbasterd
v.v.t.
  1. had verbasterd
  2. had verbasterd
  3. had verbasterd
  4. hadden verbasterd
  5. hadden verbasterd
  6. hadden verbasterd
o.t.t.t.
  1. zal verbasteren
  2. zult verbasteren
  3. zal verbasteren
  4. zullen verbasteren
  5. zullen verbasteren
  6. zullen verbasteren
o.v.t.t.
  1. zou verbasteren
  2. zou verbasteren
  3. zou verbasteren
  4. zouden verbasteren
  5. zouden verbasteren
  6. zouden verbasteren
en verder
  1. ben verbasterd
  2. bent verbasterd
  3. is verbasterd
  4. zijn verbasterd
  5. zijn verbasterd
  6. zijn verbasterd
diversen
  1. verbaster!
  2. verbastert!
  3. verbasterd
  4. verbasterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze