Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verhelen:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verhelen en neerlandés

verhelen:

verhelen verbo (verheel, verheelt, verheelde, verheelden, verheeld)

  1. verhelen
    verzwijgen; achterhouden; verhelen
    • verzwijgen verbo (verzwijg, verzwijgt, verzweeg, verzwegen, verzwegen)
    • achterhouden verbo (houd achter, houdt achter, hield achter, hielden achter, achtergehouden)
    • verhelen verbo (verheel, verheelt, verheelde, verheelden, verheeld)

Conjugaciones de verhelen:

o.t.t.
  1. verheel
  2. verheelt
  3. verheelt
  4. verhelen
  5. verhelen
  6. verhelen
o.v.t.
  1. verheelde
  2. verheelde
  3. verheelde
  4. verheelden
  5. verheelden
  6. verheelden
v.t.t.
  1. heb verheeld
  2. hebt verheeld
  3. heeft verheeld
  4. hebben verheeld
  5. hebben verheeld
  6. hebben verheeld
v.v.t.
  1. had verheeld
  2. had verheeld
  3. had verheeld
  4. hadden verheeld
  5. hadden verheeld
  6. hadden verheeld
o.t.t.t.
  1. zal verhelen
  2. zult verhelen
  3. zal verhelen
  4. zullen verhelen
  5. zullen verhelen
  6. zullen verhelen
o.v.t.t.
  1. zou verhelen
  2. zou verhelen
  3. zou verhelen
  4. zouden verhelen
  5. zouden verhelen
  6. zouden verhelen
diversen
  1. verheel!
  2. verheelt!
  3. verheeld
  4. verhelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze