Resumen
Sinónimos en neerlandés:   más información...
  1. verlichten:


Neerlandés

Sinónimos detallados de verlichten en neerlandés

verlichten:

verlichten verbo (verlicht, verlichtte, verlichtten, verlicht)

  1. verlichten
    verlichten; verzachten; lenigen
    • verlichten verbo (verlicht, verlichtte, verlichtten, verlicht)
    • verzachten verbo (verzacht, verzachtte, verzachtten, verzacht)
    • lenigen verbo (lenig, lenigt, lenigde, lenigden, gelenigd)
  2. verlichten
    verlichten; beschijnen
    • verlichten verbo (verlicht, verlichtte, verlichtten, verlicht)
    • beschijnen verbo (beschijn, beschijnt, bescheen, beschenen, beschenen)
  3. verlichten
    verlichten; van gewicht ontdoen

Conjugaciones de verlichten:

o.t.t.
  1. verlicht
  2. verlicht
  3. verlicht
  4. verlichten
  5. verlichten
  6. verlichten
o.v.t.
  1. verlichtte
  2. verlichtte
  3. verlichtte
  4. verlichtten
  5. verlichtten
  6. verlichtten
v.t.t.
  1. heb verlicht
  2. hebt verlicht
  3. heeft verlicht
  4. hebben verlicht
  5. hebben verlicht
  6. hebben verlicht
v.v.t.
  1. had verlicht
  2. had verlicht
  3. had verlicht
  4. hadden verlicht
  5. hadden verlicht
  6. hadden verlicht
o.t.t.t.
  1. zal verlichten
  2. zult verlichten
  3. zal verlichten
  4. zullen verlichten
  5. zullen verlichten
  6. zullen verlichten
o.v.t.t.
  1. zou verlichten
  2. zou verlichten
  3. zou verlichten
  4. zouden verlichten
  5. zouden verlichten
  6. zouden verlichten
diversen
  1. verlicht!
  2. verlicht!
  3. verlicht
  4. verlichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze