Neerlandés
Sinónimos detallados de verloren en neerlandés
verloren:
-
verloren
-
verloren
Palabras relacionadas con "verloren":
verliezen:
-
verliezen
-
verliezen
-
verliezen
-
verliezen
– hem niet langer hebben 1 -
verliezen
– er minder geld voor krijgen dan je zelf betaald hebt 1 -
verliezen
– verdwijnen 1 -
verliezen
– verslagen worden 1
Conjugaciones de verliezen:
o.t.t.
- verlies
- verliest
- verliest
- verliezen
- verliezen
- verliezen
o.v.t.
- verloor
- verloor
- verloor
- verloren
- verloren
- verloren
v.t.t.
- heb verloren
- hebt verloren
- heeft verloren
- hebben verloren
- hebben verloren
- hebben verloren
v.v.t.
- had verloren
- had verloren
- had verloren
- hadden verloren
- hadden verloren
- hadden verloren
o.t.t.t.
- zal verliezen
- zult verliezen
- zal verliezen
- zullen verliezen
- zullen verliezen
- zullen verliezen
o.v.t.t.
- zou verliezen
- zou verliezen
- zou verliezen
- zouden verliezen
- zouden verliezen
- zouden verliezen
diversen
- verlies!
- verliest!
- verloren
- verliezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze