Neerlandés
Sinónimos detallados de verstrikken en neerlandés
verstrikken:
Conjugaciones de verstrikken:
o.t.t.
- verstrik
- verstrikt
- verstrikt
- verstrikken
- verstrikken
- verstrikken
o.v.t.
- verstrikte
- verstrikte
- verstrikte
- verstrikten
- verstrikten
- verstrikten
v.t.t.
- heb verstrikt
- hebt verstrikt
- heeft verstrikt
- hebben verstrikt
- hebben verstrikt
- hebben verstrikt
v.v.t.
- had verstrikt
- had verstrikt
- had verstrikt
- hadden verstrikt
- hadden verstrikt
- hadden verstrikt
o.t.t.t.
- zal verstrikken
- zult verstrikken
- zal verstrikken
- zullen verstrikken
- zullen verstrikken
- zullen verstrikken
o.v.t.t.
- zou verstrikken
- zou verstrikken
- zou verstrikken
- zouden verstrikken
- zouden verstrikken
- zouden verstrikken
diversen
- verstrik!
- verstrikt!
- verstrikt
- verstrikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze