Resumen


Neerlandés

Sinónimos detallados de werf en neerlandés

werf:

werf [de ~] sustantivo

  1. de werf
    de werf; de scheepswerf

Palabras relacionadas con "werf":


werven:

werven verbo (werf, werft, wierf, wierven, geworven)

  1. werven
    rekruteren; werven; aanwerven
    • rekruteren verbo (rekruteer, rekruteert, rekruteerde, rekruteerden, gerekruteerd)
    • werven verbo (werf, werft, wierf, wierven, geworven)
    • aanwerven verbo (werf aan, werft aan, werfde aan, werfden aan, aangeworven)
  2. werven
    werven; aantrekken; adverteren
    • werven verbo (werf, werft, wierf, wierven, geworven)
    • aantrekken verbo (trek aan, trekt aan, trok aan, trokken aan, aangetrokken)
    • adverteren verbo (adverteer, adverteert, adverteerde, adverteerden, geadverteerd)

Conjugaciones de werven:

o.t.t.
  1. werf
  2. werft
  3. werft
  4. werven
  5. werven
  6. werven
o.v.t.
  1. wierf
  2. wierf
  3. wierf
  4. wierven
  5. wierven
  6. wierven
v.t.t.
  1. heb geworven
  2. hebt geworven
  3. heeft geworven
  4. hebben geworven
  5. hebben geworven
  6. hebben geworven
v.v.t.
  1. had geworven
  2. had geworven
  3. had geworven
  4. hadden geworven
  5. hadden geworven
  6. hadden geworven
o.t.t.t.
  1. zal werven
  2. zult werven
  3. zal werven
  4. zullen werven
  5. zullen werven
  6. zullen werven
o.v.t.t.
  1. zou werven
  2. zou werven
  3. zou werven
  4. zouden werven
  5. zouden werven
  6. zouden werven
diversen
  1. werf!
  2. werft!
  3. geworfen
  4. wervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

werven [de ~] sustantivo, plural

  1. de werven
    de scheepswerven; de werven

Palabras relacionadas con "werven":