Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. ontsmetten:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ontsmetten de neerlandés a sueco

ontsmetten:

ontsmetten verbo (ontsmet, ontsmette, ontsmetten, ontsmet)

  1. ontsmetten (desinfecteren)
    desinfektera
    • desinfektera verbo (desinfekterar, desinfekterade, desinfekterat)

Conjugaciones de ontsmetten:

o.t.t.
  1. ontsmet
  2. ontsmet
  3. ontsmet
  4. ontsmetten
  5. ontsmetten
  6. ontsmetten
o.v.t.
  1. ontsmette
  2. ontsmette
  3. ontsmette
  4. ontsmetten
  5. ontsmetten
  6. ontsmetten
v.t.t.
  1. heb ontsmet
  2. hebt ontsmet
  3. heeft ontsmet
  4. hebben ontsmet
  5. hebben ontsmet
  6. hebben ontsmet
v.v.t.
  1. had ontsmet
  2. had ontsmet
  3. had ontsmet
  4. hadden ontsmet
  5. hadden ontsmet
  6. hadden ontsmet
o.t.t.t.
  1. zal ontsmetten
  2. zult ontsmetten
  3. zal ontsmetten
  4. zullen ontsmetten
  5. zullen ontsmetten
  6. zullen ontsmetten
o.v.t.t.
  1. zou ontsmetten
  2. zou ontsmetten
  3. zou ontsmetten
  4. zouden ontsmetten
  5. zouden ontsmetten
  6. zouden ontsmetten
en verder
  1. ben ontsmet
  2. bent ontsmet
  3. is ontsmet
  4. zijn ontsmet
  5. zijn ontsmet
  6. zijn ontsmet
diversen
  1. ontsmet!
  2. ontsmet!
  3. ontsmet
  4. ontsmettend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for ontsmetten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
desinfektera desinfecteren; ontsmetten

Wiktionary: ontsmetten

ontsmetten
verb
  1. kleine organismen zoals bacteriën gericht doden

Traducciones automáticas externas: