Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. legen:
  2. leg:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de legen de neerlandés a sueco

legen:

legen verbo

  1. legen (ledigen; leegmaken; leeghalen)
    tömma
    • tömma verbo (tömmer, tömmde, tömmt)

Translation Matrix for legen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
tömma ledigen; leeghalen; leegmaken; legen afscheiden; afvoeren; ledigen; leeggieten; leeghalen; leegmaken; leegpompen; leegstorten; lozen; plunderen; uitgieten; uithalen; uitknijpen; uitnemen; uitpersen; uitplunderen; uitpompen; uitscheiden; uitschudden; uitstoten; uitwerpen; uitzuigen

Palabras relacionadas con "legen":


Wiktionary: legen


Cross Translation:
FromToVia
legen tömma empty — to make empty

legen forma de leg:

leg [de ~ (m)] sustantivo

  1. de leg
    läggande

Translation Matrix for leg:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
läggande leg

Palabras relacionadas con "leg":