Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. oppassen:
  2. oppas:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de oppassen de neerlandés a sueco

oppassen:

oppassen verbo (pas op, past op, paste op, pasten op, opgepast)

  1. oppassen (voorzichtig zijn; uitkijken)
    passa på; akta sig; vara försiktig; vara noga
    • passa på verbo (passar på, passade på, passat på)
    • akta sig verbo (aktar sig, aktade sig, aktat sig)
    • vara försiktig verbo (är försiktig, var försiktig, varit försiktig)
    • vara noga verbo (är noga, var noga, varit noga)
  2. oppassen (uitkijken voor; opletten)
    vara vaksam; se upp; akta sig för
    • vara vaksam verbo (är vaksam, var vaksam, varit vaksam)
    • se upp verbo (ser upp, såg upp, sett upp)
    • akta sig för verbo (aktar sig för, aktade sig för, aktat sig för)

Conjugaciones de oppassen:

o.t.t.
  1. pas op
  2. past op
  3. past op
  4. passen op
  5. passen op
  6. passen op
o.v.t.
  1. paste op
  2. paste op
  3. paste op
  4. pasten op
  5. pasten op
  6. pasten op
v.t.t.
  1. heb opgepast
  2. hebt opgepast
  3. heeft opgepast
  4. hebben opgepast
  5. hebben opgepast
  6. hebben opgepast
v.v.t.
  1. had opgepast
  2. had opgepast
  3. had opgepast
  4. hadden opgepast
  5. hadden opgepast
  6. hadden opgepast
o.t.t.t.
  1. zal oppassen
  2. zult oppassen
  3. zal oppassen
  4. zullen oppassen
  5. zullen oppassen
  6. zullen oppassen
o.v.t.t.
  1. zou oppassen
  2. zou oppassen
  3. zou oppassen
  4. zouden oppassen
  5. zouden oppassen
  6. zouden oppassen
diversen
  1. pas op!
  2. past op!
  3. opgepast
  4. oppassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

oppassen [het ~] sustantivo

  1. het oppassen (attentie; uitkijken)
    uppmärksamhet

Translation Matrix for oppassen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
uppmärksamhet attentie; oppassen; uitkijken aandacht; acht; attentie; inachtneming; oplettendheid; opmerkzaamheid
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
akta sig oppassen; uitkijken; voorzichtig zijn
akta sig för opletten; oppassen; uitkijken voor
passa på oppassen; uitkijken; voorzichtig zijn
se upp opletten; oppassen; uitkijken voor naar boven kijken; naar boven zien
vara försiktig oppassen; uitkijken; voorzichtig zijn op zijn hoede zijn; zorg dragen; zorgen
vara noga oppassen; uitkijken; voorzichtig zijn
vara vaksam opletten; oppassen; uitkijken voor
- opletten; uitkijken

Palabras relacionadas con "oppassen":


Sinónimos de "oppassen":


Definiciones relacionadas de "oppassen":

  1. je aandacht erbij houden1
    • je moet goed oppassen, anders val je1
  2. toezicht op een kind houden1
    • wil je vanavond oppassen als wij naar de film gaan?1

Wiktionary: oppassen


Cross Translation:
FromToVia
oppassen se upp watch out — to use caution
oppassen övervaka surveillerobserver avec attention ; examiner ; contrôler.

oppassen forma de oppas:

oppas [de ~ (m)] sustantivo

  1. de oppas (kinderoppas; babyoppas; babysitter)
    barnpass; barnflicka

Translation Matrix for oppas:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
barnflicka babyoppas; babysitter; kinderoppas; oppas kindermeisje
barnpass babyoppas; babysitter; kinderoppas; oppas

Palabras relacionadas con "oppas":


Wiktionary: oppas


Cross Translation:
FromToVia
oppas barnvakt baby-sitter — Garde de bébé ou d’enfant

Traducciones relacionadas de oppassen