Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/sueco ->Buscar: onderdeel

Resultados de onderdeel en neerlandés y sueco

Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. onderdeel:
  2. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de onderdeel de neerlandés a sueco

onderdeel:

onderdeel [het ~] sustantivo

  1. het onderdeel (basisbestanddeel; component; deel; )
    element; del; beståndsdel; ingrediens
  2. het onderdeel
    reservdel
  3. het onderdeel
    komponent

Translation Matrix for onderdeel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
beståndsdel basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
del basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk aandeel; brokje; deel; deeltje; eindje; fractie; fragmentje; gedeelte; klein stukje; label; onderdeeltje; part; partje; plakje; portie; schijfje; segment; snippertje; stuk; stukje
element basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk element; koelmantel; radiateur; radiator
ingrediens basisbestanddeel; bestanddeel; component; deel; element; fractie; ingrediënt; onderdeel; stuk
reservdel onderdeel reserve; reservedeel; reserveonderdeel; vervangstuk
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
komponent onderdeel oplossingsonderdeel

Palabras relacionadas con "onderdeel":


Wiktionary: onderdeel

Cross Translation:
FromToVia
• onderdeel → komponent ↔ component — smaller, self-contained part of larger entity
• onderdeel → stycke; bit ↔ piece — part of a larger whole
• onderdeel → del ↔ Teil — oft im Zusammenhang mit leblosen Gegenständen: ein Element, Stück eines Ganzen

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de onderdeel







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0443 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos