Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. africhten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de africhten de neerlandés a sueco

africhten:

africhten verbo (richt af, richtte af, richtten af, afgericht)

  1. africhten (dier africhten; trainen; dresseren)
    lära; träna; utbilda; uppöva
    • lära verbo (lär, lärde, lärt)
    • träna verbo (tränar, tränade, tränat)
    • utbilda verbo (utbildar, utbildade, utbildat)
    • uppöva verbo (uppövar, uppövade, uppövat)

Conjugaciones de africhten:

o.t.t.
  1. richt af
  2. richt af
  3. richt af
  4. richten af
  5. richten af
  6. richten af
o.v.t.
  1. richtte af
  2. richtte af
  3. richtte af
  4. richtten af
  5. richtten af
  6. richtten af
v.t.t.
  1. heb afgericht
  2. hebt afgericht
  3. heeft afgericht
  4. hebben afgericht
  5. hebben afgericht
  6. hebben afgericht
v.v.t.
  1. had afgericht
  2. had afgericht
  3. had afgericht
  4. hadden afgericht
  5. hadden afgericht
  6. hadden afgericht
o.t.t.t.
  1. zal africhten
  2. zult africhten
  3. zal africhten
  4. zullen africhten
  5. zullen africhten
  6. zullen africhten
o.v.t.t.
  1. zou africhten
  2. zou africhten
  3. zou africhten
  4. zouden africhten
  5. zouden africhten
  6. zouden africhten
diversen
  1. richt af!
  2. richtt af!
  3. afgericht
  4. africhtende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

africhten [znw.] sustantivo

  1. africhten (africhting)
    tränade

Translation Matrix for africhten:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
lära leerstelsel; leersysteem
tränade africhten; africhting
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
lära africhten; dier africhten; dresseren; trainen aanleren; bijbrengen; bijleren; eigen maken; horen; iets leren; kennis opdoen; leren; lesgeven; meekrijgen; meepikken; onderwijzen; ontdekken; oppikken; opsteken; te horen krijgen; vernemen; verwerven; vinden
träna africhten; dier africhten; dresseren; trainen bekwamen; bijbrengen; coachen; doceren; harden; oefenen; onderrichten; onderwijzen; ontwikkelen; opleiden; scholen; trainen
uppöva africhten; dier africhten; dresseren; trainen
utbilda africhten; dier africhten; dresseren; trainen bijbrengen; leren; onderwijzen

Traducciones relacionadas de africhten