Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de afvloeien de neerlandés a sueco

afvloeien:

afvloeien verbo (vloei af, vloeit af, vloeide af, vloeiden af, afgevloeid)

  1. afvloeien (van zijn positie verdrijven; afdanken; congé geven; eruit gooien; aan de dijk zetten)
    släppa; sparka; avskeda; säga upp
    • släppa verbo (släpper, släppte, släppt)
    • sparka verbo (sparkar, sparkade, sparkat)
    • avskeda verbo (avskedar, avskedade, avskedat)
    • säga upp verbo (säger upp, sa upp, sagt upp)
  2. afvloeien (wegvloeien; wegstromen)
    rinna bort
    • rinna bort verbo (rinner bort, rann bort, runit bort)

Conjugaciones de afvloeien:

o.t.t.
  1. vloei af
  2. vloeit af
  3. vloeit af
  4. vloeien af
  5. vloeien af
  6. vloeien af
o.v.t.
  1. vloeide af
  2. vloeide af
  3. vloeide af
  4. vloeiden af
  5. vloeiden af
  6. vloeiden af
v.t.t.
  1. ben afgevloeid
  2. bent afgevloeid
  3. is afgevloeid
  4. zijn afgevloeid
  5. zijn afgevloeid
  6. zijn afgevloeid
v.v.t.
  1. was afgevloeid
  2. was afgevloeid
  3. was afgevloeid
  4. waren afgevloeid
  5. waren afgevloeid
  6. waren afgevloeid
o.t.t.t.
  1. zal afvloeien
  2. zult afvloeien
  3. zal afvloeien
  4. zullen afvloeien
  5. zullen afvloeien
  6. zullen afvloeien
o.v.t.t.
  1. zou afvloeien
  2. zou afvloeien
  3. zou afvloeien
  4. zouden afvloeien
  5. zouden afvloeien
  6. zouden afvloeien
diversen
  1. vloei af!
  2. vloeit af!
  3. afgevloeid
  4. afvloeiende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afvloeien [znw.] sustantivo

  1. afvloeien (wegvloeien; wegstromen)

Translation Matrix for afvloeien:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bortflytande afvloeien; wegstromen; wegvloeien
bortrinnande afvloeien; wegstromen; wegvloeien
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
avskeda aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven dwingen ontslag te nemen; ontheffen; ontslaan; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden
rinna bort afvloeien; wegstromen; wegvloeien
släppa aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven afhelpen; afsmijten; afstand doen; afwerpen; afzien; afzien van rechtsvervolging; amnestie verlenen; bevrijden van; detacheren; dumpen; invrijheidstellen; lanceren; laten gaan; laten vallen; loshaken; loskrijgen; loslaten; losmaken; loswerken; niet vasthouden; op de markt brengen; scheiden; seponeren; uitgeven; van last bevrijden; verlossen; vrijlaten
sparka aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven in werking stellen; ontheffen; ontslaan; opstarten; schoppen; trappen; trappen geven; uitsturen; verzenden; wegsturen; wegzenden
säga upp aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; congé geven; eruit gooien; van zijn positie verdrijven delgen; tenietdoen; vernietigen
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
släppa versie