Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. ageren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de ageren de neerlandés a sueco

ageren:

ageren verbo (ageer, ageert, ageerde, ageerden, geageerd)

  1. ageren (handelen)
    agera; ta tag om
    • agera verbo (agerar, agerade, agerat)
    • ta tag om verbo (tar tag om, tog tag om, tagit tag om)

Conjugaciones de ageren:

o.t.t.
  1. ageer
  2. ageert
  3. ageert
  4. ageren
  5. ageren
  6. ageren
o.v.t.
  1. ageerde
  2. ageerde
  3. ageerde
  4. ageerden
  5. ageerden
  6. ageerden
v.t.t.
  1. heb geageerd
  2. hebt geageerd
  3. heeft geageerd
  4. hebben geageerd
  5. hebben geageerd
  6. hebben geageerd
v.v.t.
  1. had geageerd
  2. had geageerd
  3. had geageerd
  4. hadden geageerd
  5. hadden geageerd
  6. hadden geageerd
o.t.t.t.
  1. zal ageren
  2. zult ageren
  3. zal ageren
  4. zullen ageren
  5. zullen ageren
  6. zullen ageren
o.v.t.t.
  1. zou ageren
  2. zou ageren
  3. zou ageren
  4. zouden ageren
  5. zouden ageren
  6. zouden ageren
diversen
  1. ageer!
  2. ageert!
  3. geageerd
  4. agerende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ageren [znw.] sustantivo

  1. ageren (handelen)
    uppviglad

Translation Matrix for ageren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
uppviglad ageren; handelen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
agera ageren; handelen
ta tag om ageren; handelen

Wiktionary: ageren


Cross Translation:
FromToVia
ageren operera; göra opéreraccomplir une œuvre, produire un effet.