Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. beding:
  2. bedingen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de beding de neerlandés a sueco

beding:


beding forma de bedingen:

bedingen verbo (beding, bedingt, bedong, bedongen, bedongen)

  1. bedingen (voor elkaar krijgen; bewerkstelligen; klaarspelen; fixen; lappen)
    utföra; uträtta
    • utföra verbo (utför, utförde, utfört)
    • uträtta verbo (uträttar, uträttade, uträttat)

Conjugaciones de bedingen:

o.t.t.
  1. beding
  2. bedingt
  3. bedingt
  4. bedingen
  5. bedingen
  6. bedingen
o.v.t.
  1. bedong
  2. bedong
  3. bedong
  4. bedongen
  5. bedongen
  6. bedongen
v.t.t.
  1. heb bedongen
  2. hebt bedongen
  3. heeft bedongen
  4. hebben bedongen
  5. hebben bedongen
  6. hebben bedongen
v.v.t.
  1. had bedongen
  2. had bedongen
  3. had bedongen
  4. hadden bedongen
  5. hadden bedongen
  6. hadden bedongen
o.t.t.t.
  1. zal bedingen
  2. zult bedingen
  3. zal bedingen
  4. zullen bedingen
  5. zullen bedingen
  6. zullen bedingen
o.v.t.t.
  1. zou bedingen
  2. zou bedingen
  3. zou bedingen
  4. zouden bedingen
  5. zouden bedingen
  6. zouden bedingen
diversen
  1. beding!
  2. bedingt!
  3. bedongen
  4. bedingende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bedingen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
utföra gehoor; gevolg; gevolg geven aan
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
utföra bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen doen; handelen; kwijten; totstandbrengen; uitrichten; uitvoeren; verrichten; voltrekken; zich voltrekken
uträtta bedingen; bewerkstelligen; fixen; klaarspelen; lappen; voor elkaar krijgen doen; handelen; uitrichten; uitvoeren; verrichten