Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. dichtgaan:


Neerlandés

Traducciones detalladas de dichtgaan de neerlandés a sueco

dichtgaan:

dichtgaan verbo (ga dicht, gaat dicht, ging dicht, gingen dicht, dichtgegaan)

  1. dichtgaan (dichtvallen; zich sluiten; toevallen)
    stänga; slå igen
    • stänga verbo (stänger, stängde, stängt)
    • slå igen verbo (slår igen, slog igen, slagit igen)

Conjugaciones de dichtgaan:

o.t.t.
  1. ga dicht
  2. gaat dicht
  3. gaat dicht
  4. gaan dicht
  5. gaan dicht
  6. gaan dicht
o.v.t.
  1. ging dicht
  2. ging dicht
  3. ging dicht
  4. gingen dicht
  5. gingen dicht
  6. gingen dicht
v.t.t.
  1. ben dichtgegaan
  2. bent dichtgegaan
  3. is dichtgegaan
  4. zijn dichtgegaan
  5. zijn dichtgegaan
  6. zijn dichtgegaan
v.v.t.
  1. was dichtgegaan
  2. was dichtgegaan
  3. was dichtgegaan
  4. waren dichtgegaan
  5. waren dichtgegaan
  6. waren dichtgegaan
o.t.t.t.
  1. zal dichtgaan
  2. zult dichtgaan
  3. zal dichtgaan
  4. zullen dichtgaan
  5. zullen dichtgaan
  6. zullen dichtgaan
o.v.t.t.
  1. zou dichtgaan
  2. zou dichtgaan
  3. zou dichtgaan
  4. zouden dichtgaan
  5. zouden dichtgaan
  6. zouden dichtgaan
diversen
  1. ga dicht!
  2. gaat dicht!
  3. dichtgegaan
  4. dichtgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dichtgaan:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
slå igen dichtgaan; dichtvallen; toevallen; zich sluiten dichtgooien; dichtslaan; dichtwerpen
stänga dichtgaan; dichtvallen; toevallen; zich sluiten afsluiten; dichtdoen; dichtmaken; sluiten; toedoen; toemaken; toetrekken; verwijderen