Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. dichtknopen:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de dichtknopen de neerlandés a sueco

dichtknopen:

dichtknopen verbo (knoop dicht, knoopt dicht, knoopte dicht, knoopten dicht, dichtgeknoopt)

  1. dichtknopen (dichtdoen)
    knäppa igen
    • knäppa igen verbo (knäpper igen, knäppte igen, knäppt igen)

Conjugaciones de dichtknopen:

o.t.t.
  1. knoop dicht
  2. knoopt dicht
  3. knoopt dicht
  4. knopen dicht
  5. knopen dicht
  6. knopen dicht
o.v.t.
  1. knoopte dicht
  2. knoopte dicht
  3. knoopte dicht
  4. knoopten dicht
  5. knoopten dicht
  6. knoopten dicht
v.t.t.
  1. heb dichtgeknoopt
  2. hebt dichtgeknoopt
  3. heeft dichtgeknoopt
  4. hebben dichtgeknoopt
  5. hebben dichtgeknoopt
  6. hebben dichtgeknoopt
v.v.t.
  1. had dichtgeknoopt
  2. had dichtgeknoopt
  3. had dichtgeknoopt
  4. hadden dichtgeknoopt
  5. hadden dichtgeknoopt
  6. hadden dichtgeknoopt
o.t.t.t.
  1. zal dichtknopen
  2. zult dichtknopen
  3. zal dichtknopen
  4. zullen dichtknopen
  5. zullen dichtknopen
  6. zullen dichtknopen
o.v.t.t.
  1. zou dichtknopen
  2. zou dichtknopen
  3. zou dichtknopen
  4. zouden dichtknopen
  5. zouden dichtknopen
  6. zouden dichtknopen
en verder
  1. is dichtgeknoopt
  2. zijn dichtgeknoopt
diversen
  1. knoop dicht!
  2. knoopt dicht!
  3. dichtgeknoopt
  4. dichtknopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dichtknopen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
knäppa igen dichtdoen; dichtknopen dichtklappen

Wiktionary: dichtknopen


Cross Translation:
FromToVia
dichtknopen knyta knot — form into a knot; tie with knot(s)