Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. distribueren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de distribueren de neerlandés a sueco

distribueren:

distribueren verbo (distribueer, distribueert, distribueerde, distribueerden, gedistribueerd)

  1. distribueren (verdelen; uitreiken; ronddelen)
    distribuera; dela ut
    • distribuera verbo (distribuerar, distribuerade, distribuerat)
    • dela ut verbo (delar ut, delade ut, delat ut)
  2. distribueren (rantsoeneren)
    ransonera
    • ransonera verbo (ransonerar, ransonerade, ransonerat)
  3. distribueren (verdelen)
    distribuera
    • distribuera verbo (distribuerar, distribuerade, distribuerat)

Conjugaciones de distribueren:

o.t.t.
  1. distribueer
  2. distribueert
  3. distribueert
  4. distribueren
  5. distribueren
  6. distribueren
o.v.t.
  1. distribueerde
  2. distribueerde
  3. distribueerde
  4. distribueerden
  5. distribueerden
  6. distribueerden
v.t.t.
  1. heb gedistribueerd
  2. hebt gedistribueerd
  3. heeft gedistribueerd
  4. hebben gedistribueerd
  5. hebben gedistribueerd
  6. hebben gedistribueerd
v.v.t.
  1. had gedistribueerd
  2. had gedistribueerd
  3. had gedistribueerd
  4. hadden gedistribueerd
  5. hadden gedistribueerd
  6. hadden gedistribueerd
o.t.t.t.
  1. zal distribueren
  2. zult distribueren
  3. zal distribueren
  4. zullen distribueren
  5. zullen distribueren
  6. zullen distribueren
o.v.t.t.
  1. zou distribueren
  2. zou distribueren
  3. zou distribueren
  4. zouden distribueren
  5. zouden distribueren
  6. zouden distribueren
en verder
  1. is gedistribueerd
  2. zijn gedistribueerd
diversen
  1. distribueer!
  2. distribueert!
  3. gedistribueerd
  4. distribuerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for distribueren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dela ut distribueren; ronddelen; uitreiken; verdelen geneesmiddel toedienen; geven; ingeven; ronddelen; rondgeven; rondreiken; schenken; toedienen; uitdelen; uitreiken; verdelen; verlenen; verstrekken
distribuera distribueren; ronddelen; uitreiken; verdelen
ransonera distribueren; rantsoeneren
- uitdelen

Sinónimos de "distribueren":


Definiciones relacionadas de "distribueren":

  1. iedereen er wat van geven1
    • de gemeente distribueert de telefoonboeken1

Wiktionary: distribueren


Cross Translation:
FromToVia
distribueren utdela dispenserexempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose.
distribueren utdela distribuerrépartir une chose entre plusieurs personnes ou plusieurs endroits.
distribueren utdela répartirpartager, distribuer, attribuer à chacun sa part.