Neerlandés
Traducciones detalladas de doorzien de neerlandés a sueco
doorzien:
-
doorzien (beseffen; realiseren; onderkennen; inzien)
-
doorzien (doorhebben)
Conjugaciones de doorzien:
o.t.t.
- doorzie
- doorziet
- doorziet
- doorzien
- doorzien
- doorzien
o.v.t.
- doorzag
- doorzag
- doorzag
- doorzagen
- doorzagen
- doorzagen
v.t.t.
- heb doorzien
- hebt doorzien
- heeft doorzien
- hebben doorzien
- hebben doorzien
- hebben doorzien
v.v.t.
- had doorzien
- had doorzien
- had doorzien
- hadden doorzien
- hadden doorzien
- hadden doorzien
o.t.t.t.
- zal doorzien
- zult doorzien
- zal doorzien
- zullen doorzien
- zullen doorzien
- zullen doorzien
o.v.t.t.
- zou doorzien
- zou doorzien
- zou doorzien
- zouden doorzien
- zouden doorzien
- zouden doorzien
diversen
- doorzie!
- doorziet!
- doorzien
- doorziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
doorzien (doorgrond)
utgrundat; utforskat; utforskad; igenomträngd; igenomträngt-
utgrundat adj.
-
utforskat adj.
-
utforskad adj.
-
igenomträngd adj.
-
igenomträngt adj.
-
Translation Matrix for doorzien:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
fatta | beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren | begrijpen; buitmaken; iets bemachtigen; inzien; met het verstand vatten; onverlangd krijgen; opdoen; oplopen; snappen; te pakken krijgen; vangen; verkrijgen |
göra klart för sig | beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren | |
inse | beseffen; doorzien; inzien; onderkennen; realiseren | begrijpen; inkijken; inzien; kapitaliseren; met het verstand vatten; snappen |
se igenom | doorhebben; doorzien | beginnen te snappen; door kijken; doorgronden; doorkijken; doorkrijgen; doorzien hebben; erdoorheen kijken; erdoorheen zien; inzien |
titta igenom | doorhebben; doorzien | beginnen te snappen; doorkrijgen |
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
igenomträngd | doorgrond; doorzien | |
igenomträngt | doorgrond; doorzien | |
utforskad | doorgrond; doorzien | verkend; verkende |
utforskat | doorgrond; doorzien | verkend; verkende |
utgrundat | doorgrond; doorzien |